Dat blijkt uit onderzoek de Tilburgse hoogleraar Corporate Finance Luc
Renneboog en promovendus Christophe Spaenjers. Zij onderzochten de verkoop
van ruim 1,1 miljoen schilderijen, tekeningen en prenten door veilinghuizen.
Liefde voor kunst
Tussen 1951 en 2007 nam de waarde van kunstwerken met gemiddeld 4,03 procent
per jaar toe. Vanaf 2002 lag de waardestijging op 11,6 procent. De
onderzoekers stellen dat de hoge vlucht van de laatste jaren de toegenomen
aandacht voor kunst als investering verklaart.
Het rendement van aandelen op de lange termijn ligt op 8 procent. Kunstwerken
moeten dus vooral gekocht worden uit aesthetische overwegingen, concluderen
Renneboog en Spaenjers.
Pop-art en expressionisme
Uit het onderzoek blijkt verder dat de laatste vijf jaar olieverfschilderijen
sneller in waarde stijgen dan prenten en tekeningen. Na-oorlogse
kunststromingen als pop-art en expressionisme fluctueren sterker in prijs,
maar leveren ook meer op dan vooroorlogse.
De reputatie van de kunstenaar en de echtheid van het werk zijn de
belangrijkste indicatoren voor de prijs. Ook het onderwerp is van belang:
stadsgezichten en zelfportretten doen het het best.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl